Tennis
Padel
Tennis
Padel

Regionieuws Antwerpen

Naomi Bonnafous is nationaal scheidsrechter: “Tennis is een emotionele sport, empathie is belangrijk”

Binnen het Antwerpse scheidsrechterskorps is ze al langer een vaste waarde en sedert 2023 mag Naomi Bonnafous (30) zich ook nationaal scheidsrechter noemen. “We vormen een leuke bende en ik haal veel voldoening uit deze hobby”, zegt Bonnafous. “Ik hoop dat er nog dames de stap richting official zetten.

Bij Naomi Bonnafous zit tennis in het bloed. Papa was een Franse A-speler en het was dus logisch dat ze op jonge leeftijd haar eerste tennisstappen zette. “Toch ging mijn interesse als kind in de eerste plaats naar turnen”, aldus Bonnafous. “Toen ik wegens een blessure met die sport moest stoppen, ging mijn aandacht terug naar tennis. En dat is vervolgens niet meer gestopt.

Op 16-jarige leeftijd kroop Bonnafous voor het eerst in de scheidsrechtersstoel. “Op de Antwerpse tornooien was er immers vraag naar scheidsrechters”, zegt Bonnafous. “Ik leidde enkele finales in de lagere reeksen en had snel de smaak te pakken. Je verdiende toen 5 euro per wedstrijd en ik zag het als een leuke vakantiejob. Ik deed mijn examen als clubscheidsrechter en vervolgens word je in dat circuit gesmeten. Het ‘Feest van de Jeugd’ betekent voor heel wat scheidsrechters het échte begin. Er is daar immers een pak volk nodig. Natuurlijk gaan die eerste keren gepaard met stress. Dat is nu trouwens nog steeds zo (lacht). Als je het gevoel hebt dat je een goede wedstrijd achter de rug hebt, dan is na afloop de voldoening wel groot. Uiteraard maak je soms fouten. Daar leer je uit en dat neem je mee naar een volgende match.

Nationaal scheidsrechter
Omwille van de studies zette Bonnafous het werk als scheidsrechter even aan de kant, de laatste vijf jaar is ze weer intensiever aan de slag. In 2023 besloot Bonnafous het traject als nationaal scheidsrechter te volgen en ze slaagde meteen. “Eigenlijk was ik het al een jaar eerder van plan, maar ik vreesde niet genoeg tijd te hebben om het volledige traject en het examen te doorlopen”, zegt ze. “Als ik aan iets begin, wil ik het immers goed doen. Wat het grote verschil maakt als nationaal scheidsrechter ? Je kan in de hoogste afdeling van de interclub ingeschakeld worden, je krijgt heel veel aanvragen om finales van Belgian Circuit-tornooien te leiden én je kan je ook op ITF-tornooien kandidaat stellen. Kortom: je maakt tennis op hoog niveau vanop de eerste rij mee.

Intussen kan Bonnafous al terugblikken op enkele mooie ervaringen. Zo was ze scheidsrechter op de ITF-tornooien van Duffel en Koksijde en lijnrechter tijdens het Billie Jean King Cup-duel tussen België en Hongarije in Charleroi en op het Davis Cup-treffen tussen België en Chili in Hasselt. “Als je in ‘de put’ van Koksijde een duel moet leiden, dan heeft de stress je weer te pakken”, lacht Bonnafous. “Bij een goede prestatie is de voldoening opnieuw groot. De duels om de Davis Cup en Billie Jean King Cup zijn dan weer leuk omwille van de sociale activiteiten. Je vormt daar gedurende enkele dagen een hechte groep. Jammer genoeg zullen die momenten omwille van het ‘Electronic Line Calling-systeem’ binnenkort wegvallen.

Rustig blijven
Dankzij al die ervaringen voelt Bonnafous dat ze de laatste jaren als scheidsrechter gegroeid is. “Ik kan alleen maar aanraden om bij eventuele lastige momenten je kalmte te bewaren”, vertelt ze. “Naarmate de ervaring toeneemt, groeit de zelfzekerheid. Empathie tonen is ook belangrijk. Tennis is immers een emotionele sport. Als je zelf speelt, besef je dat nog meer. Natuurlijk is het eenvoudiger om op gravel een wedstrijd te leiden dan op een snelle indoorbaan. Daar moet je stevig in je schoenen staan. Eenmaal je als scheidsrechter helemaal in de match zit, neem je soms puur op intuïtie beslissingen.

Dat er voor Bonnafous, een zelfstandig architecte, veel vrije tijd naar haar werk als official gaat is een understatement. “Je moet het goed voor jezelf afbakenen”, zegt ze. “Net als mijn vriend speel ik zelf ook nog interclub. Alleen tijdens de vrije weekends kom ik dan als scheidsrechter in actie. Verder teken ik in voor ITF-tornooien tijdens het bouwverlof. Ach, het is een hobby en je moet het zuiver voor het plezier doen. Tijdens zo’n ITF-tornooi ga je ’s avonds met je collega’s iets eten en drinken. Dat zijn echt gezellige momenten. Ook de gewestelijke Masters staan steeds met stip in mijn agenda genoteerd. Familie en vrienden zijn dan op de hoogte dat ik tijdens dat weekend niet beschikbaar ben.

Nood aan dames
Bonnafous wil de komende jaren bij de nationale officials een vaste waarde blijven. Zij hoopt vooral dat er nog dames de stap richting de scheidsrechterij zetten. 
Het is inderdaad voornamelijk een mannenwereld”, besluit ze. “Gelukkig heb ik hen na de matchen al kunnen bekeren tot het drinken van een glaasje rosé (lacht). Er is geen reden om als vrouw aan de kant te blijven. De voldoening is groot en je leert heel wat nieuwe mensen kennen. Of ik nog hogere ambities heb ? Ik zie het eventueel nog zitten om me in te schrijven voor de ITF White Badge-cursus. Dan heb je meer kans om op grotere tornooien geselecteerd te worden. Voor het overige is het helemaal perfect zoals het nu is. Dit wil ik nog heel wat jaren blijven doen.

Rolstoeltennistalent Alexander Lantermann (15) is nummer vier ter wereld bij junioren

“Een geweldig Australisch avontuur: een eerste Grand Slam én tennissen tegen een icoon”

Nummer vier van de wereld bij de junioren, nummer 81 bij de volwassenen: na Joachim Gérard en Jef Vandorpe kan ook de piepjonge Kempenaar Alexander Lantermann ons land op termijn nog mooie momenten in het rolstoeltennis bezorgen. Lantermann gaat door het leven met een gezonde dosis humor, relativeringsvermogen én ambitie. “Tegen een icoon als Alfie Hewett in Australië tennissen was uniek”, aldus Lantermann. “Hoe ik die gewonnen ITF-punten volgend jaar ga verdedigen is echter een ander paar mouwen.”

De 15-jarige Turnhoutenaar Alexander Lantermann werd geboren met spina bifida (open rug) en is van kindsbeen af rolstoelgebruiker. “Ik moest mijn energie kwijt, de drang om te sporten was reeds op jonge leeftijd groot”, aldus Lantermann. “Ik probeerde een flink aantal sporten uit en toen ik voor het eerst tennis speelde voelde ik dat het dát ging worden. De eerste keer speelde ik op de banen van Spinnis Tennis in Dessel. Ze organiseerden daar trainingen. Ik ging slechts met zeer kleine stappen vooruit. Toch bleef ik doorzetten. De combinatie van een individuele sport met de gezelligheid van de ‘community’ na de training was voor mij perfect. In die periode had ik ook veel te danken aan Jef Vandorpe. Het contact was meteen zeer tof en dankzij hem kreeg ik veel vertrouwen. In die periode was Vandorpe absoluut mijn grote voorbeeld.”

Reeds in 2019 maakte Lantermann zijn debuut op het ITF-circuit in de Junior Series-tornooien. “Het begin was wel zeer bescheiden”, glimlacht hij. “Ik genoot wel van die tornooien en de motivatie was groot om beter en beter te worden.”

Vorig jaar kende Lantermann een uitmuntend jaar op het ITF-juniorencircuit. Hij speelde drie finales en een pak halve finales. Op de wereldranglijst steeg hij naar de vierde plaats. Een ranking die een eerste droom in vervulling liet gaan: de Kempenaar mocht in januari deelnemen aan het juniorentornooi van de Australian Open. “De belevenis was overweldigend”, geniet Lantermann na. “De rolstoeltennissers worden er helemaal gelijk behandeld als de valide spelers. In de Players Lounge kom je al die toppers tegen en ik kwam ook in contact met Jeline Vandromme, Sander Gillé en uiteraard Joachim Gérard. Ook op sportief vlak was het een voltreffer. Ik eindigde tweede na de poulefase en mocht de finale spelen tegen de Amerikaan Charlie Cooper. Ik verloor met 6/2 6/2 en bleef toch wat met het gevoel achter dat het beter had gekund. Cooper is echter twee jaar ouder, stopte met school en zet alles op rolstoeltennis. Volgend jaar mag hij gelukkig niet meer bij de junioren spelen (lacht).”

Dat Lantermann de smaak van de topafspraken te pakken heeft is duidelijk. De toekomst bij de junioren oogt alvast mooi. Van de huidige top tien van de wereld zijn liefst acht spelers van het geboortejaar 2007. Die jongens zijn allemaal aan hun laatste jaar bij de junioren bezig, terwijl Lantermann na 2025 nog twee seizoenen voor de boeg heeft. “De Grand Slams bij de junioren zijn nieuw”, zegt Lantermann. “De US Open doet het al drie jaar, maar op de Australian Open was het de eerste keer. Ook Roland Garros organiseert straks voor het eerst een juniorentornooi. Iedereen wil die tornooien spelen en de concurrentie wordt groter. Het wordt in 2025 nog een pittig jaar om in de top vier te blijven.”

Tussen al dat juniorengeweld door, speelt Lantermann geregeld ook in de Futures Series een tornooi bij de volwassenen. Net voor de Australian Open kreeg hij in Melbourne zelfs de kans om deel te nemen aan een ITF Super Series-tornooi. Een evenement waarop de volledige wereldtop present was. “Ik had heel veel geluk met de loting en trof in de eerste ronde een andere junior”, vertelt Lantermann. “Ik haalde het met 6-1, 6-0 en mocht het in de tweede ronde opnemen tegen nummer twee van de wereld, de Brit Alfie Hewett, de latere winnaar van de Australian Open. Uiteraard een volledig onmogelijke opdracht, maar het was wel een geweldige ervaring. Na de match vertelde hij me dat ik potentieel had. Het is mooi om dat van zo’n icoon te horen. Die tweede ronde op een ITF Super Series leverde me enorm veel punten op en ik steeg naar de tachtigste plaats op de wereldrangschikking. Na één week was mijn jaar al geslaagd (lacht). Het wordt volgend jaar een hele opdracht – ik denk zelfs een onmogelijke – om die punten te verdedigen. Het grote voordeel: door mijn ranking kan ik nu op de Futures-tornooien als reekshoofd beginnen en vermijd ik in de eerste ronde de beste spelers.”

Op 15-jarige leeftijd is het logisch dat Lantermann nog de kracht ontbeert om een vuist te maken tegen de absolute topspelers. “Kracht is inderdaad het voornaamste werkpunt”, zegt hij. “Voor het overige moet ik gewoon algemeen beter worden. Door constanter te spelen kan ik nog grote stappen zetten. De mobiliteit in de rolstoel ? Ik heb altijd in een rolstoel gezeten en denk dat ik daarom op het vlak van mobiliteit een voordeel heb op spelers die na een ongeval in een rolstoel belanden. Zij hebben een grote aanpassing nodig.”

Dat er voor de ambitieuze Lantermann en zijn ouders veel tijd gaat naar het rolstoeltennisverhaal is een understatement. Zeker sedert vorig jaar toen het aantal buitenlandse ITF-tornooien een vaart nam. “Ik reis graag”, zegt Lantermann. “Op het Sint-Claracollege in Arendonk zit ik in het vierde jaar Economische Wetenschappen. Ik beschik niet over een topsportstatuut en moet voor mijn internationale ambities rekenen op de goodwill van de school. Zij werken zeer goed mee en mijn resultaten op school zijn prima.”

“Als ik in het land ben gaat de aandacht minstens vijf dagen per week naar rolstoeltennis. Twee keer per week reizen we naar Knokke, waar ik train met mijn vaste coach Christophe Verhaeghe. Op zondag krijg ik de kans om in de Wilrijkse Topsportschool te sparren met Jef Vandorpe en ik maak dan ook meteen gebruik van de diensten van mental-coach Gert-Jan De Muynck. Verder gaat er uiteraard heel veel aandacht naar krachttrainingen, mobiliteit en blessurepreventie. Die trainingen doe ik twee keer per week in Turnhout bij mijn vaste fysio, Hans Minnen.”

Het programma van Lantermann - na Joachim Gérard is hij reeds de tweede Belg op de wereldranglijst - is goed gevuld. Vorige week speelde hij een tornooi in het Engelse Bolton en binnenkort staan nog tornooien in Amiens, Knokke en Kroatië op zijn programma. “In mei wordt het dan uitkijken naar de World Team Cup bij de junioren en hopelijk volgt daarna de Junior Grand Slam van Roland Garros”, aldus Lantermann. “Mijn ambities ? De volgende jaren wil ik zeker die Junior Grand Slams blijven spelen en op lange termijn wil ik uiteraard doorgroeien naar de echte Grand Slams. En die ik ook winnen (lacht). Voor elke rolstoeltennisser vormen de Olympische Spelen de ultieme droom. Ik denk dat Los Angeles 2028 voor mij nog te hoog gegrepen is. Volgens de internationale norm moet je top 50 van de wereld staan om aan de Spelen te mogen deelnemen. Dat is misschien haalbaar, maar het BOIC eist een plek bij de top 20. Ik ben realistisch en zie dat tegen 2028 nog niet gebeuren. De Spelen van 2032 in Brisbane wil ik sowieso halen. Dat moet dan een mooi, nieuw Australisch avontuur worden.”

Antwerps initiatief brengt dames in tenniscompetitie samen (17/10/2023)

Gert Geens, een enthousiaste trainer op TC Chalet, merkte deze zomer op dat er weinig trainingsmogelijkheden zijn voor dames die actief zijn in de damescompetitie, met name in de reeksen dames 1 tot 4. Geïnspireerd door deze waarneming, bedacht hij een slim idee: het oprichten van een trainingsgroep via WhatsApp, speciaal voor deze dames. 

Wat zijn de doelen van deze groep?
  • Regelmatig wedstrijdtraining: één van de hoofddoelen is om regelmatig tegen andere speelsters te spelen, zodat de deelneemsters hun wedstrijdritme kunnen verbeteren.
  • Voorbereiding op het volgend seizoen: wie deelneemt aan deze trainingsmogelijkheden zal automatisch de intensiteit van hun training verhogen, wat een uitstekende voorbereiding vormt voor het komende seizoen.
  • Het creëren van een gezellige groep: het is ook de bedoeling om een gezellige groep van dames in de regio te creëren, waarbij speelplezier voorop staat.
Via de whatsappgroep kunnen deelnemers eenvoudig afspreken op de elkaars club. Als het een keer niet lukt, is dat geen probleem; er komt altijd wel een volgende gelegenheid. Iedereen heeft de vrijheid om te bepalen hoe vaak ze een uitnodiging plaatsen in de groep. Sommigen zullen wellicht wat actiever zijn dan anderen, maar het belangrijkste is dat iedereen deze vrijheid respecteert. Zo blijft dit initiatief naar verwachting langdurig succesvol. 

Dit geweldige Antwerps initiatief belooft niet alleen de tennisvaardigheden van de deelneemsters te verbeteren, maar ook een gevoel van gemeenschap en plezier te creëren in de regio. Voor dames die de tenniscompetitie spelen in de reeksen dames 1-4, is dit zeker iets om naar uit te kijken. De groep heeft inmiddels ook het idee geopperd om op regelmatige basis af te spreken om te trainen. Dit gebeurt afwisselend op de clubs.

Heb je zelf interesse om deel te nemen aan dit initiatief? Stuur een berichtje naar 0473 71 72 39.